In dit voorwoord ga ik het er niet over hebben, niet over wat er niet meer kan en mag, maar over wat wel kan. Kijk eens naar buiten. De natuur doet net of er niks aan de hand is. De bladeren van de bomen verkleuren zoals elk jaar, de paddenstoelen schieten als paddenstoelen uit de grond en in onze tuin is het een komen en gaan van vogels die eten van de weer opgehangen pindanetjes. Geen horecasluiting voor hen. Duiven en mussen ruimen de kruimels op de grond op. Merels snoepen van de laatste druiven. Vanochtend zat er zelfs een bonte specht in de tuin.
Het is heerlijk weer om er op uit te trekken, te wandelen. Te ervaren hoe mooi het nu buiten is, ook bij jou in de buurt. Neem eens de tijd om te ontdekken wat je nog niet eerder hebt gezien. Of geniet opnieuw van wat je al kent. Ruik de herfstgeuren, voel de wind en de regen of misschien wel de zon. Maar vooral: ga naar buiten.